Vluchtmisdrijf

– Samenvatting

Vluchtmisdrijf wordt streng bestraft. Hieronder alvast meer informatie.

Vluchtmisdrijf wordt streng bestraft. Wanneer men vluchtmisdrijf pleegt na een ongeval zonder gekwetsen kan men worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 dagen tot 6 maanden en/of een geldboete van 200,00 euro tot 2.000,00 euro, vermenigvuldigd met opdeciemen (x8). De rechter kan bovendien een rijverbod van 8 dagen tot 5 jaar opleggen.

Heeft het ongeval gewonden of overlijden tot gevolg, dan worden de straffen verhoogd tot gevangenisstraf van 15 dagen tot 3 jaar en/of geldboete van 400,00 euro tot 5.000,00 euro, vermenigvuldigd met opdeciemen (x8). Er zal een rijverbod worden uitgesproken van minstens 3 maanden en ten hoogste 5 jaar (of levenslang), waarbij het herstel van het recht tot sturen afhankelijk wordt gemaakt van het slagen voor het theoretisch examen, het praktisch examen en een psychologisch onderzoek.

De kwalificatie vluchtmisdrijf houdt in dat men de plaats van het ongeval verlaten heeft om zich te onttrekken aan de dienstige vaststellingen door de politie. De dienstige vaststellingen zijn niet alleen de vaststellingen die nodig zijn om de aansprakelijkheid voor het verkeersongeval te kunnen bepalen, maar ook de vaststellingen betreffende onder meer dronkenschap, alcoholintoxicatie, rijbewijs of verzekering van het voertuig.

Belangrijk hierbij is dat sprake moet zijn van een opzettelijk element. Dit houdt in dat men zich bewust was van het feit dat men betrokken was bij een ongeval en niettemin de vlucht genomen heeft.
Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een zeer lichte aanrijding en het dus aannemelijk is dat de bestuurder niets gevoeld heeft, zal het morele element niet weerhouden kunnen worden.

Wanneer men kan aantonen dat men niet de intentie had om zich te onttrekken aan de dienstige vaststellingen, zal men mogelijk enkel veroordeeld worden wegens het misdrijf ‘niet ter plaatse blijven’.

Elke betrokkene in een ongeval moet immers steeds ter plaatse blijven teneinde gezamenlijk de nodige vaststellingen te doen, of, zo er tussen de partijen geen akkoord is, een bevoegd persoon toe te laten die vaststellingen te doen. Indien geen bevoegd persoon binnen een redelijke tijd kan bereikt worden mogen de betrokken personen zodra mogelijk aangifte doen van het ongeval, hetzij op het dichtstbijgelegen politie- of rijkswachtbureau, hetzij op dat van hun woon- of verblijfplaats.

De strafmaat ligt in dat geval veel lager, aangezien dit een overtreding van de eerste graad is die enkel bestraft wordt met geldboete van 80,00 euro tot 2.000,00 euro.

Ons kantoor staat u bij voor de politierechtbank, waarbij zal worden nagaan of aan de wettelijke bestanddelen voor vluchtmisdrijf voldaan is, en of de feiten niet geherkwalificeerd moeten worden naar het niet ter plaatse blijven.